Communicatie
Noodsignalen
Af en toe komt een schip in nood en heeft dringende hulp nodig. Bijvoorbeeld als er brand is, het schip dreigt te zinken of als er iemand ernstig gewond is. Je kan dan via de marifoon hulp inschakelen. Op open wateren zoals de zee en het IJsselmeer gebruik je daarvoor marifoonkanaal 16 (kustwacht) en op rivieren en meren kanaal 10 of als je in een blokgebied vaart, het daar gebruikte kanaal. En je kan ook 112 bellen.
Om hulp van omringende schepen te krijgen mag je op een aantal manieren aandacht trekken:
- Overdag zwaaien met een vlag of een ander voorwerp waar je aandacht mee trekt
- 's Nachts zwaaien met een licht
- Je kan gebruik maken van vuurpijlen, rookbommen of parachutelichten.
- En je kan gebruik maken van geluidssignalen: het voortdurend luiden van de scheepsbel, herhaalde reeksen lange stoten op de scheepshoorn of toeter of het seinen van de morsecode voor SOS: drie lang, drie kort, drie lang.
Geluidsseinen
Er zijn veel geluidsseinen (het gebruik van de toeter of hoorn), waarmee schepen met elkaar kunnen communiceren. Kleine schepen mogen niet alle seinen geven die grote schepen wel mogen geven. De onderstaande geluidsseinen mag een klein schip wel geven:
Een korte stoot duurt 1 seconde en een lange stoot vier seconden. In de praktijk geven schepen vaak stoten die veel korter duren.
Grote schepen moeten tegelijk met het geven van een geluidssein een helder geel rondom schijnend licht tonen.
Het sein "blijf weg"
Als er op of nabij het vaarwater brand, explosie of vergiftigingsgevaar is of dreigt, kan het sein "blijf weg" worden gegeven. Het sein bestaat uit een korte stoot gevolgd door een lange stoot, minstens 15 minuten herhaald. Het sein zal in de praktijk worden gegeven door een schip met blauwe kegels: een schip dat een gevaarlijk lading vervoert.
Als je dit sein hoort handel je als volgt: van het gevaar wegvaren, ramen en deuren dichtdoen en alle vuur doven (denk aan de waakvlam van de geiser) en via marifoon of 112 de autoriteiten waarschuwen. Let op de windrichting in verband met giftige (rook)gassen. Let op: dit is belangrijke examenstof.
Marifoon en radar
Grote schepen zijn verplicht een marifoon aan boord te hebben en hoewel die verplichting niet voor kleine schepen geldt, zijn er steeds meer uitgerust met een marifoon. Als je een marifoon aan boord hebt, heb je ook een aantal verplichtingen:
- De marifoon moet geregistreerd zijn bij het Agentschap Telecom
- Iemand aan boord moet een bedieningscertificaat hebben
- Het "Handboek voor de marifonie in de binnenvaart" of de ANWB Almanak 1 moet aan boord zijn
- Daar waar dat vereist is (dat wordt door borden aangegeven) geldt een uitluister- en communicatieplicht
In Nederland mag de marifoon uitsluitend op laag vermogen uitzenden (0,5 tot 1 Watt). Het Basiscertificaat Marifonie is voldoende om op dit vermogen een marifoon te mogen gebruiken. Op zee wordt op een hoger vermogen (6 tot 25 Watt) uitgezonden omdat daardoor het bereik van de marifoon veel groter is. Je moet dan wel een Marcom-B bedieningscertificaat hebben om de marifoon te mogen gebruiken.
In sommige gebieden (een overzicht van deze gebieden vind je in Bijlage 9 van het BPR) zijn grote schepen verplicht twee marifoons te gebruiken. De ene marifoon staat dan op het ship-ship kanaal (VHF 10) en de andere staat op het kanaal van de lokale verkeerspost. Kleine schepen hebben deze verplichting niet maar als je er zelf voor kiest om twee marifoons aan boord te hebben geld de verplichting om wel op beide kanalen uit te luisteren.
Als een plezierjacht een type-goedgekeurde radar aan boord heeft (en dat heeft vrijwel geen enkel klein schip want het gaat om een dure radar, specifiek voor de beroeps-binnenvaart) moet ook een marifoon aan boord zijn. Op een aantal vaarwateren mag zonder marifoon en type-goedgekeurde radar bij slecht zicht niet worden gevaren. Deze vaarwateren worden opgesomd in Bijlage 9 van het BPR. In de praktijk mag dus vrijwel geen pleziervaartuig bij slecht zicht in zogenaamde 'bijlage 9 gebieden' varen. Een paar voorbeelden van 'bijlage 9 gebieden' zijn: het IJ, het Amsterdam-Rijn kanaal, de vaarwegen tussen de zee en de havens aan de Waddenzee, de Nieuwe waterweg en de Nieuwe Maas. In de ANWB almanak 1 vind je een volledig overzicht.
De gangbare radars op kleine schepen, de zogenaamde jachtenradars, mogen op de binnenwateren niet worden gebruikt om "op de radar" te varen. Uitzonderingen daarop zijn open wateren, zoals de Zeeuwse stromen, het IJsselmeer en de Waddenzee. Voor het gebruik van een jachtenradar is een radardiploma nodig.
Met "op de radar varen" wordt bedoeld dat vooral met behulp van de radar wordt genavigeerd. Je mag dus wel bij goed zicht oefenen, zonder over het radardiploma te beschikken.
Snelle schepen moeten tijdens het varen altijd hun radar aan hebben staan.
Verkeerstekens
Verkeerstekens zijn borden die langs het water staan met daarop aanduidingen. Er bestaan een aantal categorieën:
-
Verbodsborden: witte borden met een rode rand en een rode diagonale streep
-
Gebodsborden: witte borden met een rode rand
-
Beperkingstekens: witte borden met een rode rand en vaak met een zwarte driehoek
-
Aanbevelingstekens: blauwe borden met daarin een wit symbool
- Aanwijzingstekens: blauwe borden met daarin meestal een wit symbool
Bijkomende tekens: een bord onder een van de bovenstaande, dat aangeeft voor wie dat verkeersteken bedoeld is
-
Tekens aan kunstwerken: borden en lichten aan sluizen en bruggen
Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste verkeerstekens:
Verbodstekens
Algeheel verbod in- , uit- of door te varen
Verbod voorbij te lopen (inhaalverbod)
Verboden aan te leggen
Verboden te ankeren
Verboden hinderlijke golfslag te veroorzaken
Verboden voor motorschepen
Verboden voor pleziervaart
Verboden voor zeilschepen
Verbod op te lopen (inhaalverbod)
Gebodstekens
Verplichting niet voorbij het bord te varen onder bepaalde omstandigheden (dit bord wordt gebruikt om te voorkomen dat schepen te dicht bij een gesloten brug of sluis gaan wachten en daarmee schepen die vanaf de andere zijde komen hinderen)
Verplichting bijzonder goed op te letten
Verplichte vaarrichting
Verplichting zich aan de maximum snelheid te houden (km per uur)
Verplichting zich op betreffende marifoonkanaal te melden (in de praktijk wordt dit van pleziervaart niet verwacht)
Beperkingstekens
Beperkte doorvaarthoogte (meters)
beperkte diepgang (centimeters)
Aanwijzingstekens
Aanbevolen vaarrichting
Niet-vrijvarende veerpont (pont aan een kabel)
Plaats om te keren (in een nauwe vaart)
Einde voorgaande geboden of verboden
Bijkomende tekens
Verplichte vaarrichting voor motorschepen
Aanbevolen vaarrichting voor pleziervaart
Tekens aan kunstwerken
Linker doorvaart met daarboven het bord Doorvaart verboden: doorvaart vanaf deze zijde verboden
Middelste doorvaart met een gele ruit: doorvaart van beide zijden toegestaan
Rechter doorvaart met twee gele ruiten: doorvaart alleen vanaf deze zijde toegestaan
"Dubbel rood" onbediende brug
Dit is een brug met een beweegbaar deel maar op dit moment onbediend. Meestal omdat de brug sluitingstijden heeft. Onderdoorvaart is wel toegestaan, zoals blijkt uit de gele ruit.
"Enkel rood" brug gesloten
De brug is gesloten maar wordt bediend. Je moet dus even wachten tot de brug open gaat.
"Groen rood" weldra doorvaart
Je moet nog even wachten met doorvaren want waarschijnlijk laat de brugwachter eerst de schepen van de andere zijde door.
"Enkel groen" doorvaart toegestaan
Zeer zeldzaam is wanneer je een open brug ziet met twee groene lichten boven elkaar. De brug is open voor doorvaart maar onbediend. Het kan bijvoorbeeld gaan om een brug in aanbouw.