antwoorden

Vraag 1 van 20 Punten waarde 2

één rondom schijnend wit licht op het voorschip op een hoogte van tenminste vier meter.

 

Vraag 2 van 20 Punten waarde 2

zeilschip A, want zeilschip B is een passagiersschip.

 

Vraag 3 van 20 Punten waarde 2

twee of meer motorschepen een ander motorschip assisteren.

 

Vraag 4 van 20 Punten waarde 2

beperkte doorvaartdiepte.

 

Vraag 5 van 20 Punten waarde 0 - 2

Dat een voorbijvarend schip aan de zijde van de groene ruiten moet passeren.

 

Vraag 6 van 20 Punten waarde 0 - 2

Schip Y, omdat het een klein motorschip is.

 

Vraag 7 van 20 Punten waarde 2

Noord.

 

Vraag 8 van 20 Punten waarde 2

tot zijn/haar 70e levensjaar.

 

Vraag 9 van 20 Punten waarde 2

Vier seconden.

 

Vraag 10 van 20 Punten waarde 0 - 2

onmanoeuvreerbare schepen, bovenmaatse zeeschepen en beperkt manoeuvreerbare schepen.

 

Vraag 11 van 20 Punten waarde 2

voor alle grote en kleine schepen die zijn uitgerust met een marifoon.

 

Vraag 12 van 20 Punten waarde 0 - 2

Schip Y, omdat schip X van stuurboord nadert.

 

Vraag 13 van 20 Punten waarde 2

schip A omdat het een klein schip is.

 

Vraag 14 van 20 Punten waarde 2

geel helder rondom schijnend lichtsein.

 

Vraag 15 van 20 Punten waarde 2

het grote zeilschip, want het motorschip nadert van stuurboord.

 

Vraag 16 van 20 Punten waarde 0 - 2

uitluisteren en eventueel per marifoon inlichtingen verstrekken die voor de veiligheid van de scheepvaart van belang zijn.

 

Vraag 17 van 20 Punten waarde 2

de eigenaar op wiens naam het registratiebewijs staat.

 

Vraag 18 van 20 Punten waarde 2 - 4

Y moet voorrang verlenen aan X omdat X aan stuurboordzijde van het lateraal gemarkeerde vaarwater vaart.

 

Vraag 19 van 20 Punten waarde 2

het schip dat geen voorrang behoeft te verlenen eveneens maatregelen nemen die tot voorkoming van een aanvaring kunnen bijdragen.

 

Vraag 20 van 20 Punten waarde 0 - 2

trachten zo snel en zo ver mogelijk van dat andere schip vandaan te komen.